Familie KETEL
Hendrik Ketel en Catharina Bitterlo trouwden in Amsterdam op
31-03-1740 (DTB 724 / 379) en uit de doopdatabase bleken al
hun kinderen katholiek gedoopt te zijn. Dat was dus duidelijk:
Hendrik en Catharina waren katholiek.
Elsje Ketel en Barend Brinkhuijsen waren echter hervormd.
Nu komen er wel meer gemengde huwelijk in mijn stamboom
voor, maar uit niets bleek dat Elsje uit katholieke huize zou
kunnen komen. Ik heb toen een groot aantal "Ketel"s bij elkaar
gezocht in de doopdatabase en je zag duidelijk 2 takken: een
hervormde en een katholieke tak. De doopgetuigen gaven aan
welke families bij elkaar hoorden en blijkbaar had er geen
"kruisbestuiving" plaatsgevonden.
Duidelijk werd dat Hendrik Ketel en Catharina Bitterlo niets te
maken hadden met Elsje.
Ik moest een andere strategie vinden.
Bij de doopgegevens van de kinderen van Elsje Ketel en Barend Brinkhuijsen bleken de getuigen
vooral familie van Barend te zijn, behalve bij hun tweede kind, Hendrik, waar als doopgetuigen
Hendrik Ketel en Marretje van der Hengst werden vermeld. Waarschijnlijk omdat die zoon naar de
vader van Elsje was vernoemd.
Door verder in de doopgegevens te zoeken naar Hendrik Ketel en Marretje van der Hengst èn Elsje
Ketel en Barend Brinkhuijsen, kwam naar voren dat Elsje 3 zusters had in Amsterdam: Barendina,
Pietertje en Jacoba.
Uit de huwelijksakten van de zussen Barendina en Pietertje bleek dat ze, net als Elsje, uit de
WAGENSTRAAT kwamen en geassisteerd werden door hun vader Hendrik Ketel. Ze waren allemaal
hervormd en dat geldt ook voor de dopen, die ik vond.
Alleen Jacoba Ketel woonde bij haar huwelijk niet in de Wagenstraat, maar op de "BOTERMARCT".
Maar omdat bij haar eerste (en enige) kind Matje de getuigen Elsje Ketel en "Barent Brinkhuijers (!)"
waren, moest Jacoba ook een zuster zijn. Uit de huwelijksakten bleek dat Gerrit Eijbrink, de man van
Jacoba Ketel, in 1769 weduwnaar was en hertrouwde. Jacoba komt verder dan ook niet voor als
getuige bij de andere kinderen. Later bleek dat ze al in 1768 op 31-jarige leeftijd was overleden.
Interessant zijn de drie keer dat HENDRIK KETEL getuige is samen met een Marretje van der Hengst,
Maria van Huls en Marije van der Henscht. Een relatie dringt zich op.
Ik heb dus verder gezocht in de doopdatabase naar de naam van der Hengst en vond daar deze
aanwijzingen.
GRIETJE van der Hengst was aannemelijk, want wellicht was het MARGRIETJE, wat de voornaam
Marretje ook verklaart. Daarbij komt dat de dochter van Jacoba Ketel MATJE werd genoemd, wat
ook is afgeleid van Marretje. En Barendina van der Hengst, die haar dochter (Ja)coba noemt, is
waarschijnlijk een zus van Grietje van der Hengst, En ook een dochter van Grietje van der Hengst
heet Barendina.
Pietertje Ketel en Dirk Krijne (Goethart) noemen hun eerste zoon Hendrik, en hun dochters
Margreta (Grietje!), Matije (Matje, Marretje), Jacoba en Barendina. De aanwijzingen zijn
overweldigend en de moeder van Elsje Ketel moet dus Marretje of Grietje van der Hengst heten. En
zij is getrouwd met een Hendrik. Mogelijk dat de naam Ketel nog niet werd gebruikt, dus was de
volgende stap om de huwelijksakte te vinden van de ouders van Elsje Ketel en haar zussen via
Marretje van der Hengst, die mogelijk hun moeder was.
De katholieke Hendrik Ketel en Catharina Bitterlo
lieten hun kinderen dopen in de katholieke Mozes en
Aäronkerk dat aan het Waterlooplein in Amsterdam
te vinden is. Oorspronkelijk bestond het uit twee
huizen waar gekerkt werd: het huis “Moyses” en het
huis “Aäron”. In 1686 werd de kerk gebouwd.
De hervormde Hendrik Ketel en Marretje van de
Henst lieten hun kinderen dopen in de Zuiderkerk,
dat overigens niet zo ver van het Waterlooplein en
de Mozes en Aäronkerk ligt. De kerk is begin 17e
eeuw gebouwd en is de eerste hervormde kerk van
Amsterdam. Hendrick de Keijser die de kerk
ontwierp is er ook begraven. De Zuiderkerk heeft
tot 1929 dienst gedaan als kerk.