Maria Petit was hertrouwd met een Eldert Ossenhuijsen, die bovendien getuige was bij de doop van Pieter, een van de kinderen van Harmanus en Maria. Eldert had een etablissement vlakbij de stadsschouwburg op de hoek van de keizersgracht en de Berenstraat en zij zullen elkaar lang gekend hebben. Maria Petit hertrouwde meer dan 10 jaar na de dood van Harmanus Brinkhuijsen met Eldert Ossenhuijsen op 17 september 1706 (DTB 540 / 227) Eldert Ossenhuijs van A: wedr. van Helena Jacobs op de Kijsersgragt & Maria Petit van A: weduwe van Harmanus Brinkhuijsen in de Amstelkerkstraat De akte is ondertekend met Eldert Ossehuijs en Maria Petit. Volgens de tekst van Grabowski duurde dit huwelijk niet lang. Na veel ruzie gingen ze na een jaar uit elkaar. Grabowsky schrijft: Dat verklaart waarom Ossenhuis zonder al te veel schroom bereid was te vertellen over het ‘ergelijk leven’ van Johanna die dat volgens Ossenhuis overigens niet van een vreemde had. De gevierde actrice Maria Petit was volgens hem geen haar beter. Johanna was de oudste dochter van Harmanus en Maria Petit. Ellen Grabowsky zegt over hen: Johanna Brinkhuyzen was opgegroeid in een toneelmilieu. Haar ouders, Hermanus Brinkhuyzen en Maria Petit waren gewaardeerde en beroemde acteurs die sinds de jaren zeventig van de zeventiende eeuw aan de Amsterdamse Schouwburg waren verbonden. Daar verrichten ze, zoals gebruikelijk was, ook nog allerlei andere werkzaamheden. Zo leverde Brinkhuyzen niet gespecificeerde diensten of goederen. Twee zussen van Maria Petit, Catharina en Isabella, acteerden eveneens en hetzelfde gold voor haar broer Jan die tevens pruiken aan de schouwburg leverde. Catharina Petit was gehuwd met de succesvolle acteur Hermanus Benjamin. Met name de twee echtparen Brinkhuyzen en Benjamin kenden grote roem en hadden, zover blijkt, een smetteloze reputatie. Deze informatie was welkom, want behalve geïnteresseerd in de familie Brinkhuijsen, wilde ik natuurlijk ook graag verder terug in mijn stamboom en ik kreeg zo een aardig inzicht in de familie Petit. Het werd tijd om de trouwaktes op te zoeken van Catharina, Isabella en broer Jan. Hermanus Benjamin en Catrina Christina Petit (ook wel Petiet) gingen in ondertrouw op 9 april 1681. De tekst van deze akte (DTB 508 / 294) luidt: Hermanus Benjamijn van A: out 27 jaren op de Zingel geass. met sijn cousijn Willem de Vroom & Catrina Christina Petit van A: out 21 jaren op de Kijsersgragt geass. met Harmanus Koningh moeder ziek Net als bij het huwelijk van Maria Petit, waar de moeder “impotent” was, dus onmachtig om te komen wat “ziek” betekent, was ook bij dit huwelijk de moeder van Catrina Christina (en dus ook van Maria) ziek en dus niet genoemd. Hermanus Benjamin assisteerde Maria Petit, zijn schoonzuster, bij haar huwelijk. Hier werd Catharina Christina geassisteerd door collega Harmanus Koningh, in die tijd de belangrijkste acteur van de Amsterdamsche Schouwburg. Hij wordt samen met andere acteurs van het einde van de 17e eeuw genoemd in een gedicht dat na een verbouwing van de schouwburg bij de heropening in 1738 ten beste werd gegeven: En met “de Petieten” werden natuurlijk de actrices Maria en Catharina Christina bedoeld. Maar er waren ook nog Isabella en haar broer Jan Petit. De vrouw van Jan was mij bekend, dankzij het stuk op internet: Dorothea Jurriens van der Schilde, en ik kon de trouwakte daardoor makkelijk vinden. Bij zijn huwelijk staat hij genoemd als JOHANNES PETITJEAN. Normaal gesproken zou ik hem dus niet zo gauw gevonden hebben en waarschijnlijk ook niet als familie hebben aangemerkt van Maria en Catrina Christina. Door de achternaam Petitjean, bekroop mij ook het gevoel dat deze Jan misschien helemaal geen familie was. Het kan best zijn dat men aannam – al in 1913 door F.J.M. Sterck – dat de 4 Petit’s broer en zusters waren. Ik besloot die gedachte even opzij te zetten. In ieder geval trouwde deze Jan Petit met Dorothea Jurriens van der Schilde op 2 mei 1681 (DTB 508/376): Johannes Petit Jean van A : paruijkenmaker, out 28 jaren in de Lijtsedwarsstraat geass. met sijn moeder Beatrix Rocataliata  & Dorothea van der Schilden van A: out 22 jaren op de Zingel geass. met haar moeder Annetie. De akte is ondertekend met ‘joannis petit jean’ en een heel mooi geschreven ‘dorotea vander schilden’ ALS Jan een broer is van Maria Petit dan hebben we hier de naam van haar moeder te pakken: Beatrix Rocataliata. De achternaam is Italiaans, dus wordt geschreven als Roccatagliata, zoals bij de beeldhouwer Nicolò Roccatagliata, die leefde van 1593 tot 1636. De naam komt voor in de omgeving van Genua, waar zich ook het bergdorp Roccatagliata bevindt. Dit was een bizondere vondst. En door deze aparte naam vond ik ook de trouwakte van Jan Baptist Petit en Beatrix Rocataliata. De akte was gedateerd: 23 mei 1652 (DTB 470 / 23). Maar het was een akte met weinig gegevens en NIET ondertekend. Behalve de namen en dat Jan Baptist Petit van Parijs was, kon ik de akte verder niet zo goed lezen dus heb ik hulp gevraagd aan een vrouwelijke archivaris die ik voor het eerst daar zag. Wat ze meteen zag was dat er DEVENTER stond – op twee plaatsen in de akte. Ze waren dus in Deventer getrouwd, maar Jan Baptist Petit woonde in Amsterdam en het huwelijk was daarom ingeschreven in Amsterdam. Ik ben in ieder geval dankbaar dat er gegevens in Amsterdam te vinden waren, want anders had ik het wellicht niet zo gauw gevonden. Wat ik al zo vaak had meegemaakt, was dat in de trouwaktes van de kinderen stond dat ze “van Amsterdam” waren, maar dat de dopen in Amsterdam niet te vinden waren. En zo was het ook met Maria, Catharina Christina en Jan. Maar met de wetenschap dat de moeder Beatrix Rocataliata heette vond ik wèl de doop van Isabella Petit op 17 april 1664 (DTB 131 p. 427) en dat was hoopgevend. Ik vond ook nog de doop van Hester Petit, maar die is waarschijnlijk vroeg gestorven. De dopen van de andere Petits waren niet in Amsterdam te vinden. Maar nu had ik een nieuw gegeven: Deventer. Dus niet lang daarna ging ik naar Deventer om verder te zoeken. Allereerst de trouwakte van Maria’s ouders en mogelijk de dopen van Jan, Maria en Catharina Christina.