Wie was Carel Goske?
De achternaam - GOSKE - gaf via Google al meteen resultaat. Een Isbrand Goske was gouverneur in Zuid-
Afrika van 1672 tot 1676. Mogelijk was er een familieverband, want op een Zuidafrikaanse site vond ik
Carel Goske als kapitein van het VOC-schip: Wapen van Alkmaar en zelfs een passagierslijst van
hugenoten die met zijn schip van Texel naar Kaap de Goede Hoop voeren.
Ik kon verder geen gegevens vinden van Isbrand Goske, ook niet in de Amsterdamse doopregisters. Daar
vond ik wel een Carel Goske.
Maar er konden natuurlijk meer personen zijn die Carel Goske heetten en wellicht niets met Isbrand of
Carel, de kapitein van “’t Wapen van Alcmaer” te maken hadden.
In Amsterdam vond ik vier dopen van een Carel Goske en zijn vrouw Lijsbeth Reinouts. Maar was dit
dezelfde Carel Goske als de kapitein? En zo niet, welke Carel Goske was dan doopgetuige?
Het was even uitzoeken, maar ik had een aantal gegevens.
1. Carel Goske en Lijsbeth Reinouts lieten kinderen dopen in de jaren 1671, 1673, 1677 en 1679.
2. Bij de doop van Carel Brinkhuijsen was Carel Goske getuige, samen met een Wijbrigs Wendel.
3. Op de site van de VOC Opvarenden, vond ik Carel Goske terug als “Schipper” (= kapitein) van het
schip Wapen van Alkmaar. Hij kwam uit Hamburg, maar werkte voor de VOC afdeling: Kamer van
Amsterdam.
Eén ding van Carel de kapitein was van
belang en dat was dat hij een maandbrief
bezat ten gunste van zijn vrouw:
Hijbregie Goske. Die naam lijkt niet op
Lijsbeth Reinouts, maar Carel Goske voer
uit in 1688 en het zou kunnen dat hij
inmiddels hertrouwt was, omdat er na
1679 geen dopen meer te vinden waren. Het zou hier ook om twee verschillende Carel Goske’s kunnen
gaan. Maar in dat geval: welke was dan de doopgetuige van Carel Brinkhuijsen?
In het stadsarchief van Amsterdam vond ik de trouwakte van Carel Goske en Lijsbeth Reinouts. Zij
gingen in ondertrouw op 7 september 1668 (DTB 687 / 248), maar helaas was de scan niet te lezen en om
meer te weten te komen, moest ik eigenlijk het originele trouwboek opvragen. Ik kon in ieder geval wel
ontcijferen dat deze Carel Goske niet “van Hamburg” was en ik heb in Amsterdam ook geen begrafenis
gevonden van een Lijsbeth Reinouts tussen 1679 en 1681.
Maar toen vond ik ook de ondertrouwakte van een “Caerl Goske” en zijn verloofde Wijbrich Claes.
Later vond ik hem nog een keer op de VOC-
site waar hij als “Carel Godske uit
Hamburg” uitvoer als opperstuurman met
het schip Europa. Dat was in 1681 en ook
hier was een maandbrief op naam van zijn
vrouw Wijbrigje Godske uit
Amsterdam.
Met Hijbregie en Wijbrigje wordt waarschijnlijk dezelfde vrouw bedoeld en die naam lijkt verdacht veel
op de naam van de doopgetuige Wijbrigs Wendel. De naam Hijbregie is mogelijk verkeerd gelezen, of
indertijd verkeerd opgeschreven.
Uitgaande van de VOC-site en de naam op de maandbrief, was ik al vrij zeker dat de doopgetuige bij Carel
Brinkhuijsen de kapitein Carel Goske (ook wel Godske) was, en Wijbrigs Wendel zijn vrouw.
De trouwakte van Carel Goske en Wijbrigs Wendel gaf de doorslag.
De akte was namelijk van 1 augustus 1676. En daarmee is aangetoond dat in dezelfde tijd er inderdaad
twee Carel Goskes waren, want degene die met Lijsbeth Reinouts getrouwd was, had in 1679 nog een kind
laten dopen. De Carel Goske die ik zocht was getrouwd met Wijbrich Claes Wendel èn kwam uit Hamburg.
Karel Goske van Hamburch, Steurman, out 28 jaren in de boomstraet ouders doot geass.
met Jan Jansen sijn bekende &
Wijbrich Claes van A: out 24 jaren woont als voorn. geass. met haer moeder Grietie Wendel.
Dat hij de doopgetuige was, werd aangetoond door de naam van zijn vrouw: Wijbrich Wendel.
Ik heb van dit echtpaar geen dopen gevonden. En hij was in ieder geval ook geen familie van Isbrand
Goske, de gouverneur van Zuid-Afrika, want die kwam niet uit Hamburg. Maar als stuurman en kapitein
voer Carel wel een aantal keren op Batavia via Kaap de Goede Hoop. Hij was stuurman van “de Europa” in
1681 en schipper (kapitein) in 1686 van “de Gulden Wagen” en in 1688 van “’t Wapen van Alcmaer”.
De laatste reis van Carel Goske is nogal berucht. Er wordt gesproken van 40 hugenoten aan boord, naast
86 militairen en 121 bemanningsleden. Toen het schip na 6 maanden varen arriveerde bij de Tafelbaai,
waren er 37 mensen overleden en 104 zieken. Slechts 6 hugenoten zouden de reis overleefd hebben.
Opvallend is de aantekening dat Goske gestraft werd. Van die straf zijn documenten bewaard gebleven en
Goske kreeg een geldboete opgelegd. Voor zover ik kon opmaken was er gefraudeerd met de lading.
Het is nog onduidelijk hoe Carel Goske weer terug
gekeerd is naar Amsterdam in 1691. De VOC-site
geeft aan dat hij is teruggekeerd met het schip “de
Nierop”, maar dat blijkt niet juist te zijn, meldt de
website. Het wachten is op die gegevens, als die er
tenminste zijn.
Wat de reden was, dat Harmanus Brinkhuijsen en Maria Petit besloten om hun kind Carel te noemen en
voor de doop op 28 september 1692 Carel Goske en zijn vrouw uit te nodigen zal wel onduidelijk blijven.
Het zou kunnen dat de familie Petit een band had met Carel Goske in verband met de hugenoten, immers
Jean Baptist Petit, de vader van Maria, verkeerde waarschijnlijk in dezelfde kringen.
Ik heb geen kinderen kunnen vinden van Carel Goske en Wijbrich Wendel. Ook hun begrafenissen waren
in Amsterdam niet te vinden.