Toen ik de gegevens had van Carel’s vader Harmanus Brinkhuijsen, bleek dat hij al in 1695 was
overleden, toen Carel nog maar drie jaar oud was. Maria Petit was weliswaar hertrouwt, maar dat was
pas 10 jaar later. Bovendien was zij actrice en werkte gewoon door. Dus hoe zat het met de kleine Carel?
Het was mij opgevallen dat Carel was vernoemd naar de getuige die ook bij de doop was. En de
doopgetuigen waren, zover ik kon zien, geen familieleden, dus hadden zij misschien Carel opgevoed?
Het gezin was hervormd, zij waren dus geen peetouders van Carel.
De doopgetuigen waren Carel Goske en Wijbrigs Wendel. Maar hoe kenden de ouders Carel Goske
(of Godske) en waarom was hij, behalve dan vanwege zijn voornaam, getuige bij deze doop?
Ik besloot eens te zoeken naar Carel Goske.
Belangrijke akten om je voorouders te vinden, zijn de trouwakte, geboorte- of doopakte en de overlijdens-
of begrafenisakte. Soms lukt dat niet altijd en moet je andere wegen bewandelen. Een gezinsreconstructie
kan je verder helpen. Dat begint meestal bij het uitzoeken wie de kinderen van een echtpaar waren en -
althans vòòr 1811 - wie de doopgetuigen waren. Je kunt dan vaak een familieverband ontdekken en oudere
broers of zusters vinden, die eerder getrouwd zijn en waarbij mogelijk een van de ouders of zelfs beide
ouders nog leefden.
Op deze site heb ik een aantal voorbeelden gegeven waarbij ik gezinsreconstructie heb toegepast. Bij het
echtpaar Carel Harmen Brinkhuijsen en Neeltje de Jong was dat niet nodig, omdat ik de ouders van Carel
vond door uit te gaan van zijn leeftijd, vermeld in de trouwakte met zijn eerste vrouw Aletta Douwese, en
op naam te zoeken in de doopdatabase van Amsterdam.
Aanwijzingen voor de ouders van Carel Harmen had ik niet, want bij zijn eerste huwelijk in 1722 zijn beide
ouders al overleden. Wat ik wel had was zijn leeftijd, 30 jaar, en zijn patroniem: Harmen. Hij noemde zijn
eerste dochter Maria Elisabeth en dat bleek de naam van zijn schoonmoeder te zijn, Maria Elisabeth van
der Tin die getrouwd was met Harmanus Douwese. Carel’s eerste vrouw Aletta Douwese en hun dochter
overleden 13 dagen na de doop en Carel hertrouwde een half jaar later met Neeltje de Jong.
Kennelijk was de band met zijn ouders niet zo groot, want ook alle kinderen van Neeltje kregen namen van
haar familie en niet die van Carel.
Ik doorzocht de doopdatabase van Amsterdam, in de hoop dat de naam Brinkhuijsen ook al een generatie
eerder in gebruik zou zijn geweest èn dat Carel in Amsterdam gedoopt was, zoals zijn trouwakte aangaf.
Ik vond maar één doop die in aanmerking kwam. Die van 28 september 1692 (DTB 108 p.101)
Het kon niet missen. Het geboortejaar
klopte, voornaam, patroniem èn achter-
naam ook.
Toch heb ik nog lang getwijfeld, want
van de 12 kinderen die Harmanus
Brinkhuijsen en Maria Petit kregen zijn
er maar liefst 8 overleden en ik wist niet
of deze Carel het wel had overleefd. Zo
niet, dan kon het namelijk niet mijn
voorouder zijn.
Pas toen het testament van Maria Petit
van december 1708 werd gevonden en
Carel daarin werd genoemd, had ik
zekerheid.
De voorouders van Carel bleken bekende Amsterdammers te zijn en ik heb een apart hoofdstuk gewijd aan
hen en aan hun ouders.